Hoewel het kenmerk van de heraldiek is dat een gewapende ridder een uniek
wapenschild draagt en zo ook met gesloten vizier herkenbaar is,
ontstonden in de Middeleeuwen familiewapens.
In sommige families dragen alle leden van de familie hetzelfde wapenschild.
In andere geslachten worden kleine veranderingen zoals schildzomen en
barenstelen met tekens op de steel op het wapen van
de “cadetten” van de familie aangebracht.
Een Kloosterman familiewapen ? Nee ! Ja ! Een familiewapen is tot dusver niet gevonden, maar in ons land staat het echter een ieder vrij om een familiewapen te voeren of er een te (laten) ontwerpen. Slechts de wapens van publiekrechtelijke lichamen en van de adel worden door de overheid vastgesteld en geregistreerd bij de Hoge Raad van Adel. Maar ook een zelf ontworpen familiewapen behoort nu eenmaal te voldoen aan de regels en tradities van de heraldiek. Pas dan komt de rijke traditie van de wapenkunde ook in het eigen wapen tot zijn recht.
Het Centraal Bureau voor Genealogie (C.B.G.) is een onafhankelijke stichting, zonder winstoogmerk, die de beoefening van genealogie en verwante wetenschappen zoals heraldiek bevordert. In het kader van deze doelstelling heeft het C.B.G. grote en waardevolle heraldische verzamelingen bijeengebracht, die beschikbaar zijn voor onderzoek. Een heraldische bibliotheek van enkele duizenden boeken en tijdschriften, tientallen manuscript-wapenboeken uit de zestiende tot en met de twintigste eeuw, verzamelingen van tienduizenden wapenbeschrijvingen, ruim honderdduizend afdrukken in was en in lak van oude zegelstempels en honderden losse wapenafbeeldingen. Deze verzamelingen, waartoe behalve die van het C.B.G. zelf ook die van het Koninklijk Nederlandsch Genootschap voor Geslacht- en Wapenkunde behoren, vormen samen de meest omvangrijke heraldische documentatie in Nederland.
Al bladerende door de geschiedenis van mijn voorvaderen is het wel duidelijk dat er geen adel in voorkomt, de meeste waren eenvoudige pachters, boerenknechten en arbeiders, enkelen schepenen en schout. Altijd in de gedienstige kant van de werkende klasse en alles behalve vermogend. Het is dus niet verrassend dat er geen familiewapen bestaat. Derhalve leek het mij wel aardig om er zelf eentje te ontwerpen en heb in juni 2005 de stap genomen en ben met het ontwerpen van een eigen familiewapen begonnen. Het basisontwerp werd met heraldisch en esthetische adviezen van één van de nationale heraldici dhr. H.K. Nagtegaal, verbonden aan het CBG, die ook het helmteken en het dekkleed ontwierp, aangepast en na gezamenlijk overleg werd tot een definitief ontwerp gekomen. Het Kloosterman wapen is heraldisch en esthetisch correct en is nu onder het GBG nummer 945 officieel geregisteerd bij het Centraal Bureau Genealogie in Den Haag.
De Kloosterman naam
Vanuit de orde van St.-Victor stichtte in 1246 Wolfaard van Maelstede het Victorinnen nonnenklooster “Jeruzalem” in Biezelinge, in het zuidwestelijke deel van Holland op vier stukken land. Gedurende de iconoclastische furie van de 16e eeuw werd het klooster in1572 vernietigd. In 1578 werd de rest verkocht en werd het land verpacht. Die vier stukken land werden “Het Clooster” genoemd. De geschiedenis van de Kloosterman naam begint rond 1550. De naam Claes komt dan voor het eerst in de archieven naar voren. Deze Claes woonde rond 1550-1580 in Kapelle Biezelinge en bewerkte als landbouwer de vier stukken land die “het Clooster” werden genoemd. Een zoon van Jan Claesz. -Cornelis Jansz.- is in 1597 pachter van het klooster. Cornelis Jansz. wordt zowel in kerkelijke als gerechtelijke archieven uit 1618 genoemd als, Cornelis Jansz. op ‘t Clooster “. In de directe nabijheid van het klooster stond dus waarschijnlijk een hofstede die intact gebleven was. Zijn nakomelingen,hoewel ze geen kloosterland pachtten, worden Cloosterman en later (rond 1750) Kloosterman genoemd. Zo ontwikkelt de naam Cloosterman zich van woonplaatsaanduiding tot naam.
Blazoenering
Blaseneren (Mnl): een geslachtswapen uitleggen, blazoeneren: een blazoen beschrijven met de termen van de heraldiek.
De taal die in de heraldiek wordt gebezigd maakt op velen een wonderlijke indruk. In Engeland bevat het heraldische jargon tal van franse termen, een gevolg van het feit dat de adel na de verovering door de normandiers in 1069 franstalig was.
Het Nederlandse heraldische jargon staat veel dichter bij het normale taalgebruik, maar bevat wel veel speciale vaktermen. Zo is het begrip blazoeneren waaronder het samenstellen of beschrijven van wapenschilden wordt verstaan, afgeleid van blazen.
Wanneer en de middeleeuwen een heraut op het tornooi de namen, de titels, de afstamming en het wapen van zijn ridder afriep, werd daarbij namelijk uitbundig op bazuinen geblazen.
In de blazoenering wordt de beschrijving van de helm standaard weggelaten (is niet uniek). Als je het wilt beschrijven, dan als volgt: Schilddekking: het schild bedekt met aangewende traliehelm, getralied in goud en gevoerd in keel.
Blazoenering van het Kloosterman Wapenschild
• Wapen:
golvend gedwarsbalkt in zes stukken van zilver
en sabel en in een golvend keel schildhoofd
een St. Jakobsschelp vergezeld van twee
Jeruzalem kruizen, alles goud.• Helmteken:
een uitkomende leeuw in sabel, rood getongd.• Dekkleden:
sabel, gevoerd van zilver• Onder het schild de spreuk “Sic Transit Gloria Mundi” (Zo vergaat de heerlijkheid van de wereld). Een aanspeling op de vergankelijkheid van alles wat ooit groot is geweest.
Gebruikte metalen en kleuren
• Goud (Geel) Wijsheid, rijkdom
• Zilver (Wit) Trouw
• Keel (Rood)) Moed, opoffering
• Sabel (Zwart) Gevaar, kracht
Symboliek van het wapenschild
Het helmteken is een uitkomende leeuw, aangezien de Kloosterman familie haar wortels heeft in Zeeland. Alhoewel de oorspronkelijke Zeeuwse leeuw in rood is uitgevoerd, vond ik de combinatie met een Zwarte leeuw fraaier en sterker.
Het schildhoofd is een rode golvende horizontale band, rood omdat het Jeruzalem klooster in strijd met vuur en vlam werd ten onder ging. In de zomer van 1572 landden de Watergeuzen vanuit Vlissingen op Zuid-Beveland en belegerden Goes dat verdedigd werd door een bezetting onder bevel van de Spanjaard Isidoro Pancheta. Gedurende drie maanden stond het platteland rondom Goes bloot aan de willekeur van de rebellen onder leiding van Jerome Seraerts. Er vonden vernielingen en brandstichtingen plaats. In die tijd moet ook het Biezelingse klooster gehavend en geplunderd zijn
In het schildhoofd twee gouden Jeruzalem kruizen, één links en één rechts. Het Jeruzalem kruis wordt gebruikt omdat de oorsprong van de Kloosterman familie hecht verbonden is met het klooster Jeruzalem in Biezelingen. Het Jeruzalem kruis links staat voor de stichting van het klooster door Wolfaard van Maelstede in 1246 en het Jeruzalem kruis rechts symboliseert de Victorinnen en het einde van het klooster.
De St. Jakobsschelp is de schelp die pelgrims van Santiago di Compostella, de bedevaartsplaats van de apostel Sint Jacob, meenamen. Het is een embleem voor veilig reizen en werd op vele blazoen gevonden van kruisvaarders families en heeft op deze wijze zo ook een band met de gebruikte Jerusalemkruizen. Omdat de schelp als hij open is gemaakt niet meer kan worden samengevoegd, staat de St. Jakobsschelp ook bekend als symbool van trouw. Daarnaast symboliseert de St. Jakobsschelp ook alle Kloostermannen die in de 19e eeuw net als de “Pilgrimfathers” tweehonderd jaar voor hen naar Amerika zijn geëmigreerd. Het symbool heeft voor de familie mede ook veel waarde, niet alleen als bescherming tegen ongelukken op het reizen, maar meer nog als het symbool voor trouw.
Het toeval wil dat ik woon in “Het Pelgrimhuys”, wat ook wel het St. Jacobsgasthuis genoemd wordt en behoorde toe aan de Sint-Jacobsheren is waarschijnlijk in de eerste plaats bedoeld geweest voor de zorg en de opvang van pelgrims die pelgrimage naar Santiago de Compostella gemaakt hadden.
Het schild veld bestaat uit 6 horizontale zwarte en zilveren golvende banden, symbolisch voor de dreiging van de zee en de strijd tegen het water in Zeeland.
Op deze wijze worden in het wapenschild de gebeurtenissen door de eeuwen heen van de Kloosterman familie gesymboliseerd en leiden weer terug naar het heden en naar mijzelf als 14e generatie Kloosterman en verbind mij met mijn familieleden die naar Amerika zijn vertrokken.
Onder het schild de spreuk “Sic Transit Gloria Mundi” (en zo vergaat de grootheid van de wereld).
Gebruikte Symbolen:
Jeruzalem Kruis
Het Jeruzalem kruis ook Krukkenkruis genoemd is een complex kruis en bestaat uit 4 Tau kruizen. De Tau had zijn oorsprong in het oude Chaldea en werd in dat land en in aangrenzende landen, inclusief Egypte, gebruikt als symbool van de god Tammuz (in de vorm van de mystieke Tau, de eerste letter van zijn naam). De Tau, onze letter T is ook de laatste letter van het Griekse en van het Hebreeuwse alfabet.
Dit teken in de vorm van een kruis komt in het Oude Testament – de Hebreeuwse bijbel – voor als een beschermingsteken – een zegen – een teken dat je bij de God van Israël hoort. In Ezechiël 9, 4 vraagt God aan de profeet om door Jeruzalem te trekken en een Tau-teken te zetten ‘op het voorhoofd van de mannen die daar aan het huilen zijn uit ellende om de gewelddadigheid die daar plaatsvindt’. Later kreeg de tau in de joodse traditie de betekenis van de voltooiing van de joodse wet. De tau is een herkenningsteken voor Franciscanen over de hele wereld, Franciscus van Assisi gebruikte het tau-kruis om Gods zegen en vrede door te geven. De vier kleine kuizen symboliseerden de 4 evangeliën, Mattheus, Marcus, Lucas en Johannes. Het grote kruis symboliseert Christus.
Gedurende de kruistochten werd het ook wel het “Kruisvaarders kruis” genoemd. In 1096 besloot Godfried van de Bouillon tezamen met zijn broers Boudewijn en Eustace deel te nemen aan de Eerste Kruistocht ter bevrijding van Jeruzalem en Palestina van de mohammedaanse overheersing. De kruisvaarders wisten na lange strijd in 1099 Jeruzalem in te nemen en van de diverse vijanden te zuiveren. Godfried werd uiteindelijk het koningschap van het nieuwe koninkrijk Jeruzalem aangeboden. Hij weigerde echter de deze titel en werd slechts “Beschermer van het Heilig Graf”. Hij werd de rest van de middeleeuwen beschouwd als de edelste ridder aller tijden. Het Jeruzalem kruis werd dan ook een symbool, voor het Latijnse Koningrijk Jeruzalem.
St. Jakobsschelp
St. Jakobsschelp is de schelp die pelgrims van Santiago di Compostella, de bedevaartsplaats van de apostel Sint Jacob, meenamen. Volgens de legende zou in de negende eeuw het gebeente van Jacobus via de Portugese kust naar Santiago de Compostella zijn gebracht. Onderweg reed een man op een dol paard de zee in. Dankzij de heilige Jacobus kwamen man en paard – overdekt met schelpen – weer op het strand tevoorschijn. Het zichtbaar dragen van de schelp, op de hoed of op de jas genaaid, gaf bescherming tegen struikrovers, die de dragers uit een erecode met rust lieten (maar waarschijnlijk ook omdat ze wisten dat er bij de arme bedevaartgangers niets te halen viel).
De St. Jakobsschelp is een van de meest gebruikte heraldische symbolen, later werd het in het leger geïntroduceerd om een soldaat aan te duiden die verre reizen had gemaakt, belangrijke marine commando’s had gevoerd of grote overwinningen had behaald. Het is een embleem voor veilig reizen en werd op vele blazoen gevonden van kruisvaarders families. Omdat de schelp als hij open is gemaakt niet meer kan worden samengevoegd, staat de St. Jakobsschelp ook bekend als symbool van trouw.
Ontwerper:
De basis van het wapen schild werd in juni 2005 ontworpen door C. Kloosterman. Het ontwerp werd daarna met adviezen van dhr. H.K. Nagtegaal, die ook het helmteken en het dekkleed ontwierp, aangepast en na gezamenlijk overleg werd tot een definitief ontwerp gekomen. Het familiewapen is bedoeld voor alle naamdragers uit de voorvader Claes, Jan Claesz en Cornelis Jansz op `t Clooster uit Zeeland.
Heraldisch en esthetisch geadviseerd door H.K. Nagtegaal.
Registratie:
Nummer CBG: 945.
Datum registratie: 8 augustus 2005