Terug naar:
 Adrie Kloosterman

Diensttijd, mei 1940 Piet Ditiecher

De volgende aanvullen informatie kreeg ik op 6 februari 2007
nog over de meidagen 1940 van John Ditiecher
.

Het betreft zijn oom Piet Ditiecher (afkomstig uit Dordrecht)

Peel-Raamstelling

Peel-Raamstelling” (militaire verdedigingslinie) in Nederland. De lijn werd gebruikt tijdens de Duitse invasie in mei 1940 WO II.
Credit: Niels Bosboom

Piet maakte ook deel uit van het 6e R.I. die in de meidagen 1940 in Langenboom heeft gevochten. John kreeg van zijn vader (de broer van Piet) een envelop met papieren die hij na het overlijden van Piet in bewaring had gekregen. Onder die papieren een soort dagboek van de eerste oorlogsmaand.

In zijn aantekeningen kwamen diverse namen (Stofmeel, Dijkmans en de tweede luitenant Huizinga) voor van de telefoonploeg waar Piet deel van uit maakte. Daarbij ook een paar namen die hij thuis kon brengen als oud-collega’s van mijn vader. Waarschijnlijk hebben Piet en mijn vader dus in dezelfde eenheid gezeten.

Piet brengt als dienstplichtige van 31 maart 1938 tot februari 1939 in dienst door. In zijn “oorlogszakboekje” dat hij in 1938 uitgereikt krijgt, staat aangegeven dat hij is ingedeeld bij het 6e Regiment Infanterie als Registator I reg. Nr. 140. Hij is volgens zijn aantekenboekje gelegerd in de Chassé-kazerne in Breda.

Als je dat aantekenboekje bekijkt is Piet in het leger belast met communicatie werkzaamheden. Zo heeft hij het Morse-alfabet genoteerd, staan er allerlei verbindingsmiddelen genoemd en geeft hij een opsomming van de indeling en het materieel van de telefoonsectie van de “verbindingsdienst A batterij infanterie”. Ook heeft hij bijvoorbeeld genoteerd hoe je met een gasmasker op moet telefoneren: “ik heb gasmasker opgezet, wilt u langzaam spreken en goed luisteren”.
Op 29 augustus 1939 wordt hij vanwege de mobilisatie weer opgeroepen. Bij het uitbreken van de oorlog ligt hij met zijn compagnie in Langenboom, een dorpje tussen Nijmegen en Uden. Na twee dagen strijd en de daarop volgende krijgsgevangenschap komt Piet na de nodige omzwervingen weer terug in Dordrecht.

Piet heeft van de eerste oorlogsdagen een dagboek gemaakt. Dat dagboek samen met zijn aantekeningen die ook bewaard zijn gebleven, geven een klein beetje een beeld van de dagen zoals hij die heeft meegemaakt.

Piet schrijft over zijn ervaringen:

vrijdag 10 mei 1940
‘s-Nachts groot alarm. Hedenmorgen ontelbare vliegtuigen boven Nederland. Als spoedig tot de ontdekking gekomen dat de Duitschers ons land binnentrekken. ’s- Morgens al vroeg door de radio gehoord dat overal parachutisten landen, o.a. ook te Dordrecht. Ik ben bij St-I-6R.I. te Langenboom. Tegen de avond een zwaar
bombardement op de stellingen, het dorp en onze commandopost gedurende 1½ uur. Van der Brand voor het laatst de hand gedrukt.

zaterdag 11 mei 1940
Vannacht zijn de compagnieën met veel verliezen teruggetrokken uit de stellingen. Des nachts hebben zij in onze commandopost geslapen. Vanmorgen door de B. C. (bataljons commandant) terug naar voren gestuurd hoewel het hopeloos is. De telefoonploeg bestaande uit van Raaij, Verkuil, Wouda, Stofmeel,
Verstraaten, Dijkmans en korporaal Vermeij in Mill wordt gevangen genomen door soldaten uit een Duitsche pantsertrein. Lindeman en Huizen daar vandaan
gevlucht. Vijf vrijwilligers trachtten hen te bevrijden bij de pantsertrein, dit is echter mislukt.

De jongens komen weer terug uit de stelling doch eerst na een bombardement van ruim vijf kwartier. Ook onze commandopost gebombardeerd en onder zwaar vuur. We trekken terug over Zeeland en Heesch naar ’s Hertogenbosch. Daar eerst een rustige maaltijd in de St. Josefkerk met het overgebleven bataljon. Na een uur, dat was ongeveer 7 uur n.m., plotseling omsingeld door Duitsche motortroepen en pantserwagens. Er vallen aan beide zijden verscheidene doden en gewonden.

zondag 12 mei 1940
Des nachts is het gebouw in brand geschoten. Om één uur zijn we door luitenant Huizinga overgegeven. Veel officieren hebben ons in de steek gelaten. Hierna te voet naar Heesch vervoerd, daarna naar Uden zodat we bij elkaar ongeveer 80 km gelopen hadden. In Uden opgesloten in een kerk van Uden naar Koch op auto’s. Daar tegen de avond aangekomen. Geslapen in de kerk.

maandag 13 mei 1940
(2e pinksterdag) Een kilometer of 10 gelopen naar Eydem naar een grote boerderij. Daar voorlopig bivak. Nog elf man van de staf overgebleven. We hebben goed te eten en drinken. De Duitschers zijn goed voor ons.

dinsdag 14 mei
Op die boerderij den gehelen dag gerust. We komen weer een beetje op ons verhaal.

woensdag 15 mei 1940
We hebben een ontzettend slechte dag gehad, aan één stuk in de trein gezeten waarin het smoorheet was. De trein gaat over Bochelt, Bentheim, Hofstede naar
Bathorn. Hierna een uur gelopen naar een kamp voor gevangenen. Alles is hier nog zeer ongeregeld. We hopen hier weer gauw vandaan te gaan.

donderdag 16 mei 1940
We hoeven nog niets te doen. Het is een komen en gaan van allerlei Nederlandsche en Belgische krijgsgevangenen.

vrijdag 17 mei 1940
Hetzelfde als gisteren. We overnachten in tenten. Het is om deze tijd van het jaar nog koud ‘s nachts en planken zijn hard om op te slapen.

zaterdag 18 mei 1940
Eindelijk gebaad, gekeurd en ingeënt tegen pokken. We liggen u in een barak, hebben stroo, een deken en een handdoek. Het wordt steeds beter.

zondag 19 mei 1940
Het blijft prachtig weer. De gehelen dag in het zonnetje liggen braden. Vanmorgen naar een kerkdienst geweest.

maandag 20 mei 1940
Den Hartog, Hassum en ik bij een andere ploeg ingedeeld. We zijn bij van Loon, Vogel, Voermans, Wagemakers, Beks, van Aaken en Willigers vandaan. Dat is
jammer, ik had liever ons ploegje bij elkaar gehouden. Vandaag ook op een klein spoortje naar Wietmarschen , een ander kamp gebracht. Turf lossen is te zwaar
voor ons.

dinsdag 21 mei 1940
De eerste dag in het nieuwe kamp valt niet tegen, niets uitgevoerd en vrij goed eten.

woensdag 22 mei 1940
Het blijft steeds hetzelfde, moed houden. De algemene verwachting is 2 à 3 weken en dan naar huis. Een paar uurtjes in de grond gewerkt vandaag. Het blijft mooi vast weer.

donderdag 23 mei 1940
Hetzelfde als gisteren. Vandaag weer een paar uurtjes gewerkt. Tegen den avond een ontzettend zwaar onweer.

vrijdag 24 mei 1940
Niets bijzonders

zaterdag 25 mei 1940
Vandaag den gehelen morgen gewerkt, namelijk grond omzetten. Vanmiddag gebaad. Bij de aantekeningen van Piet is ook een lijstje van de uitrusting die hij heeft ontvangen: (waar en op welke dag vermeldt hij niet)

2 verschoningen (interlock)
schone sokken
handdoek, enz.
een paar naalden met een beetje garen en sajet
scheergerei, mijn etui is niet compleet
gewone zeep
tandenborstel met tandpasta
een gewoon tafelmes.

zondag 26 mei 1940
Juist met de zondag is onze ploeg aan de beurt voor aardappelschillen. Het is niet erg, anders heb je te veel tijd om na te denken en dat is niet goed. Er gaan de laatste dagen zéér optimistische berichten over spoedig naar huis gaan.

maandag 27 mei 1940
Vandaag van half acht tot half twaalf gewerkt, vanmiddag weer van half twee tot kwart over vijf. Dat valt voor ons niet mee, omdat het merendeel van ons geen grondwerk gewoon is. Een enkeling is flauw gevallen, het is zéér warm.

dinsdag 28 mei 1940
Hetzelfde als gisteren, iets betere kost vandaag. Door de radio is gezegd dat reeds de helft van de krijgsgevangen losgelaten is en dat de rest spoedig zal volgen. Al onze hoop is op deze week gevestigd.

woensdag 29 mei 1940
Hetzelfde wat werken betreft. De kost is zeer goed vandaag. Het weer is zeer slecht. Morgen vertrekken we van hier met voor ons
onbekend bestemming.

donderdag 30 mei 1940
Hedenmiddag met het kleine treintje vertrokken, anderhalf uur gespoord. Hierna 17 à 18 uur in een gewone trein. Bij elkaar zo’n twintig uur gereisd.

vrijdag 31 mei 1940
We geloven hedenmiddag tegen twaalf uur dat onze reis geëindigd is. Vermoedelijk zitten we tegen de Tsjecho-Slowaakse grens aan In ieder geval zijn we Maagdenburg voorbij. Wat later blijkt dat we in Altengrabow in een heel groot kampendorp zijn aangekomen. We zitten nu tussen Maagdenburg en Berlijn. Het eten is buitengewoon goed hier. Tegen de avond plotseling bericht dat we zo spoedig mogelijk naar huis gaan. We geloven niets meer. De meesten van ons laten de moed zakken. Ik ga vol goede moed slapen.

zaterdag 1 juni 1940
Vanmorgen geen brood, gisteren bij vergissing alles opgegeten.Naam, geboortedatum en adres moeten opgeven, de algemene verwachting is dat wij zondag of maandag van hier vertrekken naar huis. Kees van de Bogaart ontmoet.

zondag 2 juni 1940
Vandaag een neerslachtige stemming. We moeten exerceren, zingen en sport. Het eten bijzonder goed. We hopen de laatste zondag in krijgsgevangenschap doorgebracht te hebben.

maandag 3 juni 1940
Hetzelfde als gisteren wat betreft exerceren, etc. De moed gaat er bij de meesten uit en bij mij komt hij er nu pas in. We slapen als haringen in een ton. Ongeveer 5.000 Belgen zijn in het kamp aangekomen.

dinsdag 4 juni 1940
Vanmorgen en vanmiddag een ontzettend slechte stemming, het merendeel begint weer te twijfelen. Hopeloos zeggen de meesten. Doch plotseling ’s avonds uitdelen van particuliere eigendommen. Daarna de stemming buitengewoon goed, het lijkt wel feest. Men zegt binnen 48 uur naar huis. Gemoedelijke omgang met de Belgen.

woensdag 5 juni 1940
Vanmorgen op ziekenrapport geweest. Ik heb eenpracht van een steenpuist in mijn hals. Zo vol moed alles gisteren was, zo pessimistisch zijn ze nu weer, ze geloven nu helemaal niets meer. Ik hebxvanmorgen op het ziekenrapport door Duitsche officieren horen zeggen: overmorgen vertrek Hollanders.

donderdag 6 juni 1940
Stemming down. Mijn steenpuist is behandeld door een Poolsche dokter. Geweigerd met de gehele compagnie om te zingen. Voortaan sport of exerceren doen in plaats van zingen. Volgens de Duitschers zijn wij uiterlijk as. maandag in een Nederlandsch kamp.

vrijdag 7 juni 1940
Net als gisteren wat betreft de stemming. We zijn allen erg slap, maar hoeven bijna den gehelen dag niets te doen.

zaterdag 8 juni 1940
Een trieste morgen, een blijde dag, is het spreekwoord. Dat is vandaag uitgekomen. Nu is het officieel dat we morgenochtend uit het kamp Altengrabow vertrekken. We weten niet wat we moeten doen van vreugde. Alles ingeleverd.

zondag 9 juni 1940
Hedenmorgen om 3 uur opgestaan en reisvaardig gemaakt. Half zeven uit het kamp vertrokken na inleveren van mijn overjas. In een wagon met veertig man, de man een goed half broodje en een worstje. Om 7 uur in de wagon gegaan, doch eerst om 12 uur uit Altengrabow gaan rijden. Na alles bij elkaar 30 minuten oponthoud te 14 uur uit Maagdenburg vertrokken. Na ongeveer 2 uur oponthoud om 24.30 uur in Bentheim aangekomen. Het weer en de stemming zijn buitengewoon goed, genoten van het prachtige bergachtige landschap.

maandag 10 juni 1940
De nacht in de trein in Bentheim doorgebracht. We hebben op een locomotief uit Nederland moeten wachten, die arriveerde pas om kwart over tien. Om ongeveer elf uur de grens gepasseerd. We zijn werkelijk ontroerd. De burgers in Oldenzaal hebben ons meer dan edelmoedig onthaald. We zijn zielsgelukkig. ’s Middags om kwart voor vier op de trein naar huis. Kwart over negen in Rotterdam, met de vrachtauto naar Dordt. Omstreeks half elf thuis. Een dag die ik nooit vergeet.

dinsdag 11 juni 1940
Het is thuis feest. Allen wel.

Bron:
John Ditiecher, Vlaardingen.
Met zijn toestemming hier gepubliceerd.